Platbrood maken en alles wat je er mee kunt! 

Wat kun je allemaal met platbrood?

Platbrood is superflexibel. Omdat je in verschillende culturen natuurlijk ook verschillende soorten platbrood hebt, kan je het ook op andere manieren gebruiken. Je kan het bijvoorbeeld gebruiken als wrap, bijgerecht, dipschep of zelfs als maaltijd op zich.

Zo serveert men in de Indiase keuken naan bij curry’s. In plaats van bestek te gebruiken, gebruiken ze daar het naanbrood als een soort schepje om de curry’s mee te eten. Dit wordt vaak besmeerd met een beetje boter om de lichtzure yoghurtbasis van het deeg in balans te brengen. Ook zou je naan kunnen beleggen met pesto, mozzarella en bijvoorbeeld feta en olijven, om hem in de oven te bakken en er zo een naan-pizza van te maken.

Verder vult men in het Midden-Oosten hun pita met kebab of falafel. Dit kan perfect, doordat pita een ‘pocket’ heeft, een soort ruimte in het broodje, en er zo ruimte is om te vullen met falafel, kebab of groenten. Daarbij kan je pita ook eten als chips: in wedges gesneden en gebakken!

In de Italiaanse keuken wordt focaccia vaak als borrelbrood of als basis voor belegde hapjes gebruikt. Daarnaast kan het gebruikt worden als sandwich, belegd met bijvoorbeeld tomaat, mozzarella en rucola. Ook kan je focaccia gebruiken als dipbrood bij bijvoorbeeld hummus of tapenade.

Platbrood uit de pan!

Platbrood bakken in de pan is snel en eenvoudig:

1. Zorg dat je pan of bakplaat op middelmatig tot hoog vuur (ongeveer 180-200 graden) verwarmd is. Je kan dit controleren door een druppel water in de pan te laten vallen. Als deze sist en meteen verdampt weet je dat je pan goed opgewarmd is.

2. Het deeg bak je in een droge pan, dus je hebt geen olie of bakboter nodig bij het bakken van platbrood in de pan.

3. Gebruik eventueel bakpapier om het deeg snel over te brengen en vorm te behouden. Dit doe je door het deeg op het bakpapier uit te rollen en vervolgens, als de pan heet genoeg is (zie voorgaande stap), het bakpapier boven de pan in één keer om te draaien, zodat het deeg meteen in de pan belandt. Het bakpapier kan je er na enkele seconden voorzichtig vanaf trekken. Mocht het deeg zo stevig zijn dat het makkelijk van je werkvlak loskomt, dan heb je geen bakpapier nodig.

4. Let tijdens het bakken op dat er binnen 60 seconden luchtbellen moeten ontstaan aan de bovenkant van het brood, anders is de pan niet warm genoeg. Na deze 60 seconden kun je het brood omdraaien en de andere kant 60 seconden bakken. Zet het vuur wat lager als het brood verbrandt.

5. Dek hierna de versgebakken stukken platbrood af met een (schone) theedoek zodat het stoom blijft hangen en het brood lekker warm en zacht houdt. Dit zorgt er ook voor dat het brood flexibel blijft, waardoor het makkelijker te vullen is. Wil je juist een meer krokante en hardere textuur? Dan hoef je ze niet af te dekken.