Klein appeltaartje met peer

Bereiding

1. Vouw de bakvorm volgens de instructies van de verpakking. Plaats de bakvorm op een ovenbakplaat (niet op een rooster).

2. Wel de rozijnen ongeveer 15 minuten in lauwwarm water.

3. Verwarm de oven voor.

4. Schil de eerste appel, verwijder het klokhuis en snijd in blokjes. Was de overige appel, snijd doormidden en vervolgens in flinterdunne plakken. Houd deze plakken apart voor de garnering. Schil de beide peren, verwijder het klokhuis en snijd ook in blokjes.

5. Schil en rasp de gember. Laat ondertussen de rozijnen uitlekken en dep ze hierna droog.

6. Meng de blokjes appel en peer met de rozijnen, het geraspte gember en kaneel.

7. Klop de boter zacht in een beslagkom, voeg de mix en het halve losgeklopt ei toe. Kneed met de hand of een mixer met deeghaken tot een samenhangend deeg.

8. Bekleed de bodem en de rand van de bakvorm met 2/3 van het deeg. Vul de vorm met het appel-perenmengsel en druk aan.

9. Decoreer de bovenkant van de taart dakpansgewijs met de plakken appel.

10. Bestuif het aanrecht met bloem, rol van het resterende deeg 1 lange rol, duw plat en leg op de rand van de appeltaart zodat er een brede rand ontstaat. Duw iets aan en bestrijk met het overige ei.

11. Plaats het taartje op de bakplaat iets onder het midden van de oven en bak de taart in de oven in 45 minuten gaar en goudbruin. Laat de appeltaart een uur afkoelen en verwijder dan direct de bakvorm.