Abrikozenschuitjes (kinderversie)

Bereiding

1. Haal 4 bevroren deegplakjes van elkaar en haal het plastic velletje er af. Leg de plakjes die je niet gebruikt in een plastic zakje en leg het meteen terug in de vriezer.
2. Laat de 4 deegplakjes ongeveer 5 tot 10 minuten ontdooien. (Hierdoor zal het deeg zacht worden waardoor je het deeg straks gemakkelijk kunt vouwen).
3. Vraag iemand om te helpen om de oven voor te verwarmen.
4. Breek het ei boven het kommetje. Kijk goed of alle stukjes eischaal uit het bakje zijn.
5. Klop dan met een vork door het ei.
6. Als je abrikozen uit blik gebruikt moet je deze eerst goed laten uitlekken in een vergiet. Verse abrikozen moet je eerst wassen, doormidden snijden en met een bestekmes kun je heel gemakkelijk de pit er uit halen.
7. Leg op een plakje bladerdeeg schuin een reepje amandelspijs. Leg het reepje amandelspijs van de ene bovenhoek naar de andere onderhoek.
8. Leg op de amandelspijs twee halve abrikozen.
9. Vouw de hoekjes van het bladerdeeg die schuin tegenover elkaar liggen, naar elkaar toe.
10. Druk de bladerdeeghoekjes die op elkaar liggen even goed aan.
11. Leg de abrikozenschuitjes op de bakplaat met bakpapier en strijk met het kwastje een beetje ei over het gebakje.
12. Nu is het tijd om te bakken. Vraag iemand om hulp.
13. De abrikozenschuitjes moeten in het midden van de oven worden gebakken. Na ongeveer twintig minuten zijn ze bruin en gaar.
14. Doe een beetje poedersuiker in een kommetje. Doe er het citroensap bij.
15. Roer het door elkaar met een schone vork.
16. Strijk het bakkwastje een beetje over de abrikozenschuitjes. Pas op, de abrikozenschuitjes zijn nog heet.